geschiedenis

Geschiedenis van de Nijmeegse Vierdaagse

 

De Vierdaagse komt voort uit een voetbalclubje, opgericht door de sergeanten van het 6e Regiment Infanterie in 1904. Deze club vierde het eenjarig bestaan met een toernooi en dat was zo’n succes dat het uitgroeide tot de sportdagen voor het Veldleger. Uit het hele land komen detachementen naar Breda om de korpseer hoog te houden. Tijdens die sportdagen komen steeds meer onderdelen aan bod. Bij de voorbereidingen van de sportdagen van 1907 komt luitenant C.D. Viehoff uit de kazerne in Arnhem met het plan zijn militairen van Arnhem naar Breda te laten wandelen en wel in vier dagen. De commissie in Breda vindt het een aardig idee, maar de tocht gaat niet door omdat de mannen uit Arnhem dan meer zouden moeten presteren dan de andere deelnemers. De legerleiding stimuleert de Bredase initiatieven, ook omdat geconstateerd wordt dat de conditie van de deelnemende militairen een stuk opgevijzeld kan worden. De officieren richten een overkoepelende bond op, aanvankelijk alleen bedoeld voor militairen. Daar wordt al snel van teruggekomen, ook burgers worden toegelaten. De officiële oprichting vindt plaats op 3 april 1908 en de bond krijgt de naam Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding. Een van de doelstellingen van deze bond is de stimulering van sportbeoefening.

In 1909 worden door de Bond voor Lichamelijke Opvoeding vijftien parcoursen van 140 km uitgezet waarvan er een door de deelnemers in vier dagen, uiteraard wandelend, moet worden afgelegd. Er is overigens geen sprake van een wedstrijd en bij volbrenging van deze prestatie wordt een medaille opgespeld. Niet alle parcoursen worden gelopen, omdat de animo onvoldoende is.

De organisatie van de Vierdaagse is voor de jonge NBvLO een zware opgave en besloten wordt een parcours uit te zetten: Arnhem-Doetinchem-Lochem-Apeldoorn-Arnhem. In 1910 zijn er 42 deelnemers en zij kunnen uit 35, 45 of 55 km per dag kiezen. Er is medische verzorging en ook de pers doet melding van dit sportfestijn.

Utrecht is de start- en finishplaats in 1911 en de edities van 1912 en 1913 eindigen met een slotdag in Nijmegen en eindpunt is de Prins Hendrikkazerne In laatstgenoemde jaar doet de eerste vrouw mee. De Eerste Wereldoorlog is spelbreker, maar in 1916 wordt een vierdaagse mars rondom Kamp Nieuw Milligen georganiseerd.

Start Vierdaagse in Nijmegen. Passeren van de Waalbrug. Soldaat speelt piccolofluit. Fotograaf Harry Pot, 25 juli 1961 – fotocollectie Anefo

Van 1917 tot en met 1924 wordt de Vierdaagse op verschillende plaatsen gehouden, zoals Amersfoort, Breda, ‘s-Hertogenbosch en Nijmegen. Maar vanaf 1925 is Nijmegen de vaste Vierdaagsestad met een belangrijke functie voor de Prins Hendrikkazerne. Er zijn dan vier afstanden: 40, 45, 50 of 55 km.

In 1928 (de Olympische Spelen in Amsterdam) wordt de Vierdaagse internationaal. Er zijn wandelaars uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Noorwegen. Het aantal deelnemers schommelt dan rond de duizend. Allerlei merkwaardigheden doemen op bij het doornemen van een stuk Vierdaagsehistorie, zoals veerponten die niet varen, Noren die denken dat het om een wedstrijd gaat en daarom worden gediskwalificeerd.

De gemeente Nijmegen geeft in 1930 voor het eerst subsidie aan de organisatoren van de Vierdaagse en daarmee is duidelijk dat de Waalstad graag dit sportevenement aan zich gebonden weet. In 1931 wordt de grens van 2000 deelnemers overschreden en 1932 zal te boek staan als het jaar waarin het Vierdaagselied zijn intrede doet. Van lieverlede wordt er in de afstanden iets gewijzigd: 45 km gaat verdwijnen en 30 km wordt ingevoerd. De aanleg en ingebruikname van de Waalbrug is een grote verbetering en vergemakkelijkt het uitzetten van het parcours. En toch maakt men zich zorgen in de eind dertiger jaren: het wordt met ruim 4.000 wandelaars wel erg vol op de wegen en paden rondom Nijmegen. 1939 Zal voorlopig het laatste jaar zijn dat er een Vierdaagse georganiseerd kan worden en de typische manier van wandelen van een twintigtal leden van de Reichsjugend zal lang in het geheugen blijven hangen.

De Nijmeegse Vierdaagse kon zes jaar niet georganiseerd worden en een vrijwel geheel ontmantelde Waalstad deed o.a. Breda de moed inspreken om het estafettestokje over te nemen van Nijmegen. Maar alle krachten werden gebundeld en in 1946 werd er een goed bezochte 4-Daagse gelopen. Het was uiteraard improviseren met o.a.

Derde dag Vierdaagse Nijmegen, blaren bij eerste hulppost. Fotograaf Joop van Bilsen, 28 juli 1955 – fotocollectie Anefo

huisvesting en vervoer maar de Nijmeegse bevolking toonde zich een ware gastheer. Opvallend waren het slechte schoeisel en het kleine aantal militaire deelnemers.

In de eindveertiger jaren werden ook de parcoursen voor de vier dagen vastgelegd zoals we die nu nog kennen. Er zijn in de laatste vijfenvijftig jaar vanzelfsprekend wijzigingen geweest, maar plaatsen als Elst, Wijchen, Groesbeek en Cuijk waren toen al belangrijke etappeplaatsen. O.a. Druten, Driel, Oeffelt, Heumen en Winssen worden niet meer aangedaan, Beuningen verdween, maar kwam weer terug en Lienden en een gedeelte van Arnhem liggen nu op de route. Door infrastructurele veranderingen en ook veel door woningbouw en aanleg van bedrijfsterreinen moesten veelvuldig routes verlegd worden. Ook de verkeersintensiteit, die enorm is toegenomen, en de sterke aanwas van de deelnemers uit binnen- en buitenland noopten de organisatoren tot vindingrijkheid en tot veelvuldig overleg met diverse instanties. Door de groeiende welvaart en de steeds meer uitgebreide mogelijkheden van vrije tijdsbesteding trokken alle grote evenementen in Nederland drommen met publiek. Daarop moest door veel betrokkenen gereageerd worden.

De jaren vijftig begonnen met een vlaggenparade in het Goffertstadion (1951). De eerste uitvoering was overigens in 1938 op de Wedren, maar de officiële opening zal, met uitzondering van de verbouwing in 2000, altijd in het stadion van N.E.C. blijven. Langzaam maar zeker gaan gegroepeerde wandelaars over tot een vorm van zelfverzorging. Eén van hen ging met de fiets en soms zelfs met een auto onderweg langs de route staan waar dan ook gerust kon worden. Een onenigheid tussen de NBvLO en de Nederlandse Wandelsport Bond (NWB) heeft er voor gezorgd dat Apeldoorn een eigen Vierdaagse heeft. Toch kan in het jaar 1954 de lat van inschrijvingen boven de 10.000 gelegd worden en een jaar later zullen voor het eerst meer dan 10.000 wandelaars de uitdaging volbrengen.

De opzet van een meerdaags wandelevenement begon in het buitenland navolging te krijgen. Steeds werd daarbij gekeken naar Nijmegen en nu hebben o.a Israël (1959 voor het eerst), Noorwegen, Zwitserland, Ierland, Duitsland en Japan Drie- of Vierdaagsen.

Vierdaagse Nijmegen. Inschrijvingsdag, vlaggenparade. Fotograaf Joop van Bilsen, 25 juli 1955 – fotocollectie Anefo

Een aantal hoogtepunten uit de jaren zestig kunnen genoemd worden. Uiteraard het 50-jarig jubileum in 1966: De Gouden Vierdaagse is een reden om de vlag uit te hangen. Er worden allerlei activiteiten gehouden en er is een grote belangstelling: 14.764 wandelaars en er zijn heel weinig uitvallers. Het jaar daarna wordt iets speciaals omdat er een lid van het Koninklijk Huis meeloopt: Prins Claus. De afstand van 55 km sneuvelt in 1967 en vanaf toen kennen we nog maar drie afstanden: 30, 40 (ook voor militairen met bepakking van 10 kg) en 50 km. Het aantal deelnemers is in de jaren zestig met zo’n 20 % gestegen. En de Vierdaagsemis doet zijn intrede, eerst in de kerk aan de Doddendaal, later aan Groesbeekseweg, vervolgens in de Sint Petrus-Canisiuskerk aan de Molenstraat en recent in de Jozefkerk aan het Keizer Karelplein.

1970 Zal bekend worden door de introductie van de Zomerfeesten. De gemeente Nijmegen en een groot gedeelte van het bedrijfsleven vonden dat het grote aantal deelnemers en begeleiders van de Vierdaagse meer geboden moest worden dan alleen een verblijf. Het Nijmeegs Actief Comité Binnenstad werd opgericht en van zaterdag vóór de Vierdaagse tot en met de slotdag is er een groots feestprogramma. Dat heeft uiteraard een aanzuigende werking op de gehele regio. De groei van het aantal deelnemers is in de zeventiger jaren ongeveer even groot als de vorige tien jaar. Opvallend is dat er een sterke verjonging plaatsvindt. Ieder jaar neemt het aantal wandelaars dat de Vierdaagse voor de eerste keer loopt toe. Verder kan gemeld worden dat het aantal vlaggen van de deelnemende landen is gestegen tot 32. Door de groeiende belangstelling vraagt de organisator (sinds 1958 de Koninklijke Bond voor Lichamelijke Opvoeding) zich af of er een deelnemersstop moet worden ingevoerd. De afloop kennen we.

Tussen 1970 en 1978 raakte het K.S.C.C. in Nijmegen en de binnenvaart in Nederland steeds meer betrokken bij de 4-Daagse. Een paar varenden en vrijwilligers van het Nijmeegse Schipperscentrum gingen de uitdaging aan en vrijwel altijd met succes. In 1977 vinden we voor het eerst een berichtje in Weekblad Schuttevaer.

Deelname prins Claus aan de Vierdaagse 1967. Samen met drie vrienden loopt prins Claus elke dag 50 kilometer. De prins op de brug van Nijmegen op de terugtocht op de eerste dag. Fotograaf Eric Koch, 25 juli 1967 – fotocollectie Elsevier Binnenland